Een jong koppel verhuisde naar een nieuwe woning in een woonwijk. Op een ochtend zat de jonge vrouw koffie te drinken. Ze keek door het keukenraam en zag haar buurvrouw de lakens ophangen om te drogen.
“Die lakens zijn nog vuil!”, dacht ze verontwaardigd.
“Onze buurvrouw gebruikt duidelijk geen goed wasmiddel”, zei ze tegen haar man, die naast haar kwam staan. “Ik zou haar eens moeten leren hoe ze moet wassen.”
Elke keer wanneer ze haar buurvrouw de was zag ophangen, sneerde ze minachtend dat de was niet schoon was en dat de vrouw duidelijk geen verstand had van wassen.
Op een dag zag ze echter tot haar verbazing dat haar buurvrouw smetteloos schone lakens stond op te hangen.
“Kijk nu eens”, zei ze tegen haar man, “ze weet eindelijk hoe ze moet wassen. Ik vraag me af wie haar dat geleerd heeft.”
“Niemand, liefje”, antwoordde haar man. “Ik heb vanmorgen de ramen gepoetst.”